Probleemsituatie V1 zonder opdrachtgever
Probleemsituatie in de eerste periode tot 17 januari
Last updated
Probleemsituatie in de eerste periode tot 17 januari
Last updated
Na de groenlichtpresentatie kreeg ik de feedback om eerst het probleem te definiëren voordat ik de diepte in duik waar het probleem vandaan komt. Het probleem moet dus duidelijker in kaart worden gebracht. Hiervoor is het belangrijk dat ik opnieuw ga kijken naar welk probleem ik precies wil oplossen, welke stakeholders er bij dit probleem betrokken zijn en wat de gebruiker van mijn oplossing zal zijn.
Hier staat het probleem gedefinieerd Het probleem is dat de doelgroep die graag wil helpen maar het uiteindelijk toch niet doen. Ondanks de wil om wel te doneren wordt er niet gedoneerd. Er is behoefte aan meer transparantie over de resultaten van donaties bij de stichtingen . Door middel van een nieuwe stichting op te richten wil ik proberen de transparantie zo over te brengen dat mijn stichting wel aansluit bij de behoefte van de doelgroep. Hopelijk kan ik een stichting opzetten die er voor zorgt dat de doelgroep één of meerdere keren doneert. Mijn case study is de oorlogssituatie tussen Oekraïne en Rusland. Ik gebruik dit als voorbeeld voor mijn stichting.
Hier staat beschreven hoe er een kans ligt bij een grootschalig probleem. De kans om hulp te bieden aan het probleem dat er vluchtelingen zijn die dwangmatig in lastige situaties terecht komen. Dit is de context van het probleem. De context van van het probleem zich in afspeelt waar ik me op richt is het helpen van de vluchtelingen uit Oekraïne via een platform waarbij de gekozen doelgroep jongvolwassenen zijn ongeveer tussen de 20 en 30 jaar. Het probleem begint bij de vele vluchtelingen die gevlucht zijn uit oorlogsgebied. Er zijn maar liefst 7 miljoen vluchtelingen gevlucht naar verschillende plekken in Europa. Dit in 10 maanden tijd sinds Rusland de eerste aanval inzette op 24 februari 2022. (NOS, 2022). De vluchtelingen hebben hun thuissituatie moeten achterlaten en verplaatsen zich naar opvanglocaties in verschillende landen uit Europa waar het niet altijd even comfortabel is (NOS, 2021, 4:56). De opvanglocaties zitten propvol waardoor de vluchtelingen dicht op elkaar moeten leven of erger nog, er geen plek is. Ook zijn er vluchtelingen die niet in staat om te werken en hebben weinig geld om van te leven.
Hier beschrijf ik de context van het probleem Zo zijn er al veel stichtingen die, naast de overheid, hulp proberen te bieden om het voor deze vluchtelingen makkelijker te maken door geld of producten in te zamelen. Zo heb je de bekende stichtingen als bijvoorbeeld UNHCR, WarChild en Het Rode Kruis die proberen online geld in te zamelen om hulp te bieden. Kleinere stichtingen als 'Stichting Oekraïners in Nederland' vragen naast financiële donaties ook om goederen te doneren.
Hier beschrijf ik de opvallende bevindingen uit een onderzoek van het PWC over hoe stichtingen momenteel De grotere stichtingen zoals UNHCR, WarChild en Het Rode Kruis willen dat je geld doneert zodat zij uiteindelijk de hulp kunnen bieden op de manier waarvan zij het beste denken te weten hoe het geld gespendeerd zou moeten worden. Is dit ook de beste manier? Uit een onderzoek van het PWC over 2200 respondenten was 2/3 wel van mening vertrouwen te hebben in dat hun geld op proffessionele wijze wordt gebruikt door de stichtingen. De respondenten geven wel aan, ondanks het vertrouwen, behoefte te hebben aan transparantie en meer duidelijkheid over de resultaten.
Uit een andere bron (Nahr, 2017) wordt er een negatieve invloed benoemd. Er zijn gepubliceerde schandalen naar de buitenwereld gebracht die er voor hebben gezorgd dat mensen een negatiever beeld hebben over doneren. Zo zijn er fraude schandalen maar ook schandalen over seksuele intimidatie zoals het Oxfam schandaal. In een interview met iemand uit de doelgroep, vertelde deze persoon niet meer te doneren door het lezen over schandalen bij Goede doelen. Ik ben meer onderzoek gaan doen naar hoe de doelgroep denkt over doneren en of de schandalen een dusdanidg negatieve invloed hebben dat de jongvolwassenen niet willen doneren.
Door deze twee artikelen naast elkaar te houden is het lastig om te concluderen. Is er ook behoefte aan meer duidelijkheid over de resultaten bij jongvolwassenen? Onder de jongvolwassenen hangt er nog wel een onzekerheid over wat er gebeurd met het gedoneerde geld zodat ik het probleem kan vastleggen voor de doelgroep waar ik me op focus voor dit project. In een enquete over 96 respondenten werd duidelijk dat er een groot deel niet doneert of soms doneert. In het onderstaande diagram kun je aflezen dat ongeveer 29% van de respondenten niet doneert. 47% geeft aan dit soms te doen. De overige 24% geeft aan wel te doneren. Deze gegevens zeggen alleen nog weinig over wat de redenen zijn achter deze cijfers.
In een andere vraag in de enquete kom ik erachter wat de redenen zijn achter de vraag: waarom doneert u wel of waarom doneert u niet.
Wat zijn de redenen waarom de doelgroep niet doneert?
Weinig vertrouwen in de stichtingen dat hun geld juist wordt gebruikt (58%).
Geldbesteding (36%).
Het wordt als vervelend ervaren om op straat aangesproken te worden of aan de deur (3%).
Opzeggen van het abonnement wordt lastig gevonden (3%).
Wat zijn de redenen waarom de doelgroep wel doneert?
Het geeft een fijn gevoel om te helpen (63%)
Persoonlijke affiniteit met het doel (25%)
Eén keer doneren is voldoende (12%)
Uit deze gegevens zie je dat het grootste probleem om überhaupt niet te doneren ligt aan het feit dat er te weinig vertrouwen is in de stichtingen. Deze respondenten hebben niet het gevoel dat het geld voor de juiste bestemming wordt gebruikt. Een groot deel van de respondenten geeft wel aan dat het een fijn gevoel geeft om te helpen. Ook is persoonlijke affiniteit met het doel een reden die de jongvolwassenen hebben om wel te doneren. Hieruit kun je concluderen dat het probleem van jongvolwassenen is dat zij, ondanks dat ze graag willen helpen, van mening zijn dat ze de manier van hoe stichtingen nu hulp proberen te bieden niet genoeg vertrouwen geeft. Stichtingen zouden hier meer mee kunnen doen, zou je kunnen veronderstellen. In eerste instantie ben ik met dit probleem op zoek gegaan naar stichtingen die aansluiten bij mijn idee. Uiteindelijk kreeg ik de kans om bij twee van de twaalf benaderde stichtingen langs te gaan om te kijken of zij mijn opdrachtgever wilde zijn. Dit waren het Rode Kruis en UNHCR VN-vluchtelingenorganisatie. Daarbij vertelde ik mijn idee om een platform te bieden gericht op jongvolwassenen waarbij er wat moest gebeuren met de transparantie. Met de informatie die ik had ontvangen via de enquete ben ik langs gegaan alleen wilden beide stichtingen niet in zee gaan met mijn idee. Ik heb er uiteindelijk voor gekozen om zelf de stichting te zijn in plaats van mijn onderzoek te doen in opdracht van een bestaande stichting.
Ik zie een kans om met mijn eigen stichting hulp te bieden aan de vluchtelingen waarbij ik de doelgroep wel het vertrouwen kan geven en positief kan beïnvloeden op hun donatie gedrag.
Verschillende stakeholders bij het probleem
In deze probleemsituatie hebben we dus te maken met verschillende stakeholders. Zo heb je de potentiële donateurs en vluchtelingen die sterk zijn betrokken bij het probleem. Ook had een bestaande stichting een grote rol kunnen spelen in het aanpakken van het probleem maar wegens omstandigheden heb ik ervoor gekozen om zelf de stichting te zijn.
Ik wil vooral proberen het gedrag van potentiële donateurs te beïnvloeden want dit zal de belangrijkste gebruiker zijn van het platform. Zo weet ik al dat de voornaamste reden om niet te doneren ligt aan het wantrouwen van de donateur in de stichting. Ondanks dat deze doelgroep graag goed wil doen zijn er negatieve invloeden die er voor zorgen dat er een deel van deze doelgroep niet overtuigt is dat het geld bij de juiste bestemming komt en daarom afhaakt om hulp te bieden. Er wordt dus een gedeelte van de doelgroep links laten liggen, wat zonde is van de hulp die geboden kan worden. De gebruiker van het platform zijn dus jongvolwassenen die wel willen doneren maar het uiteindelijk toch niet doen.
Wat betreft de vluchtelingen is het belangrijk om in kaart te krijgen waar deze stakeholder behoefte aan heeft. Zo kan ik de hulp baseren op wat zij het meeste nodig hebben.
Bestaande stichtingen hadden een belangrijke rol kunnen spelen in het ondersteunen van het platform. Helaas was dit wegens late reacties en geen aansluiting bij mijn idee, niet verstandig om hier nog op te wachten. Daarom ben ik zelf de stichting.
Wat doen de stichtingen op dit moment dan niet goed? Door het probleem nog eens kritisch te bekijken en te herschrijven kwam ik tot conclusie dat het nodig is om een belangrijke stakeholder (de vluchtelingen) ook meer in kaart te brengen. Door dit te doen kan mijn stichting kunnen de wensen van donateurs en vluchtelingen beter op elkaar afgestemd worden. Hierdoor maak ik het product geschikter voor beide stakeholders. Ik hoop dat de donateurs autonoom worden in de hulp die zij willen bieden. Hiermee bedoel ik te zeggen dat de potentiële donateurs zelf kunnen kiezen in wat voor hulp ze willen bieden via de stichting. De behoefte om zelf te kiezen haal ik uit een interview met de doelgroep.
Hoe autonoom willen de donateurs zijn over hun donatie? Hoeveel willen de donateurs zelf kiezen wat betreft, de locatie, de soort producten, etc.